De zon laat zich eindelijk weer eens zien, als ik op vrijdagochtend het terrein aan de van Cuycklaan oploop. Naast het welkomstbord hangt een vierkant bordje met de mededeling dat het gebied verboden is voor slakken. Het natte voorjaar heeft voor extra aanwas gezorgd. Ik passeer de eerste tuinen en zie er gelukkig geen één. In plaats daarvan wel fruitbomen, groenteplanten en bloemen die volop in bloei staan op dit bijzonder stukje Oegstgeest, dat in totaal 1,5 hectare meet. Het is elke keer weer strijden tegen de elementen en dat doen ze hier al ruim 45 jaar.
Wie daar alles van afweten zijn Chris Plandsoen (tuinder van het eerste uur) en Nicole Zwart (voorzitter van de vereniging). Ik spreek ze in het hart van de volkstuinvereniging: het Praathuis. Het gebouw is over een vakantiehuis heen gebouwd en stond oorspronkelijk op een camping in Katwijk-Zuid. Jarenlang diende het als opslag voor tuin- en klusapparatuur maar groeide op den duur uit z’n jasje. Het was tijd voor wat groters. In totaal werkten tien tuinders vier maanden lang aan een nieuw onderkomen. Het eindresultaat mag er zijn. In de ruimte van tien bij vijf meter staat een kleine keuken, een kachel en in het midden een grote eettafel met stoelen. Nicole Zwart: ‘Het is zo’n fijn gebouw. Hier vinden veel van onze activiteiten plaats zoals de vrijmibo, de introductieochtend voor nieuwe tuinders, de plantjes ruildagen, de midzomer avond en de kerstborrel. We organiseren ook steeds meer workshops voor onze leden zoals composteren en bloemschikken’.
De start
Voor de start moeten we terug naar 1978. De gemeente is dan druk bezig met wegwerkzaamheden in de buurt en dumpt overtollig grond en materiaal op de groenstrook tussen de Grunerie wijk en de A44. Het is een doorn in het oog van gemeenteraadslid Pennings. Hij dient samen met zijn vrienden Platen en Gentevoort een verzoek in bij de gemeente om het terrein klaar te maken voor volkstuinen. De gemeente staat er welwillend tegenover maar geeft gelijk aan dat er geen budget is. ‘Er was 20.000 gulden nodig om het gebied te exploiteren tot volkstuingebied’, herinnert Chris Plandsoen zich. ‘Waar haal je zo snel zoveel geld vandaan? De heer Platen heeft het geld voorgeschoten en toen konden we overgaan tot de start van een vereniging.’ Honderd Oegstgeestenaren komen af op de oproep voor een oprichtingsvergadering in het Dorpscentrum. Een werkgroep krijgt de opdracht om een plan de campagne te maken voor de volkstuinen. ‘De eerste uitgifte, in augustus 1981, deed de heer Platen zelf. Je moest bij hem thuis langs komen en aangeven wat jouw intenties waren als kersverse volkstuinder. Daarna mocht je het huurcontract tekenen’, aldus Chris Plandsoen die deel uitmaakte van de werkgroep en als één van de eerste tekent. De vereniging start formeel in 1982. De gemeente vraagt een symbolisch bedrag van 10 gulden per jaar voor de huur van de grond. De enige clausule is dat, als de gemeente het stuk grond terug wil, ze binnen een jaar kunnen ontruimen. Lange tijd weet de volkstuinvereniging zich op deze manier staande te houden. De clausule belemmert wel de investeringen in faciliteiten.
Economische crisis
En dan breekt in 2008 de economische crisis uit. Nicole Zwart: ‘De gemeente wilde marktconforme tarieven invoeren. De huur van de grond, de symbolische 10 gulden die met de komst van de euro op 4,50 was gezet, werd verhoogd naar 10.000 euro. Dat konden we niet opbrengen en we zaten nog altijd met de clausule van ontruimen. Toen ontstond het idee om de grond te kopen’. Zo eenvoudig bleek dat in de praktijk niet te zijn. Het is dankzij fonds 1818 dat dit wel is gelukt. Ook met gemeente maakt de vereniging goede afspraken over de prijs en de aflossing. ‘Johanna Haanstra die toen wethouder was, heeft een belangrijke rol gespeeld. Zij geloofde in ons.’ Dankzij fonds 1818 en het Oranjefonds is het terrein uitgebreid met een bijentuin, een ecotoilet en is twee jaar geleden een elektrisch- en waternetwerk aangelegd.
Toekomst
Chris Plandsoen en Nicole Zwart zien de toekomst van de Oegstgeester Volkstuin Vereniging met vertrouwen tegemoet. ‘Het hebben van een volkstuin is populairder dan ooit. Dat merken wij ook. Onze vereniging is springlevend en er is een wachtlijst van twee jaar. De 118 leden zijn een mix van jong en oud. We delen dezelfde passie en dat is tuinieren. Los daarvan zorgt dit bijzonder stukje Oegstgeest voor ontmoeting, verbinding en uitwisseling. Daar zijn we bijzonder trots op.’
Dit artikel is gepubliceerd in de Oegstgeester Courant (juli 2024).